Gemeenschappelijke markt
Oorspronkelijk was de Europese Unie de Europese Economische Gemeenschap, een club van landen die op handelsgebied samenwerkten. Later werd de Europese Unie een proto-staat die zich bezighoudt met terreinen die weinig met handel te maken hebben, zoals defensie, strafrecht, milieu en buitenlandbeleid.
JA21 wil terug naar het oorspronkelijke ideaal van de Europese Unie waarbij de gemeenschappelijke markt centraal staat. De verdieping en voltooiing van de gemeenschappelijke markt zijn daarbij prioriteit om als Europa een voortrekkersrol te hebben in de wereldeconomie. Een gemeenschappelijke kapitaalmarktunie zorgt voor betere financiering van het mkb, fintech’s en startups. Betere afstemming van wet- en regelgeving op het gebied van energie, transport en digitale zaken zal de gemeenschappelijke markt ook versterken en toekomstbestendig maken.
JA21 wil
- De gemeenschappelijke markt voltooien en verdiepen. De kapitaalmarktunie zorgt voor meer grensoverschrijdende investeringen in Europa, vergemakkelijkt de toegang tot financiering voor het midden- en kleinbedrijf en maakt hen minder afhankelijk van banken.
- Betere afstemming van nationale regulering op het gebied van energie, transport en digitale zaken, om het bijvoorbeeld makkelijker te maken om een hogesnelheidstrein aan te leggen. Ook is een betere afstemming van digitale infrastructuur wenselijk. Een goed voorbeeld hiervan is het afschaffen van de roamingkosten.
- Betere begeleiding voor ondernemers. Er moet vanuit iedere lidstaat een centraal EU-informatiepunt komen waar ondernemers terecht kunnen voor nieuwe wet- en regelgeving en/of subsidieregelingen.
- Betere bescherming van de gemeenschappelijke markt tegen oneerlijke handelspraktijken (anti-coercion), waarbij de Raad (de lidstaten) beslissingsbevoegd is.
- Fors terugschroeven van marktverstorende subsidies en ontwikkelingsgelden in de EU (cohesiefondsen).
Handelsverdragen: De EU als koopman, niet de dominee
Om een vuist te maken op het wereldtoneel, is het van belang dat de Europese handelsgeest aan terrein wint. Zeker met het oog op de toenemende invloed van China op de wereldeconomie. De huidige Europese Commissie heeft slechts één handelsverdrag onderhandeld (met Nieuw-Zeeland). Dat komt omdat de EU-vrijhandelsverdragen steeds vaker worden misbruikt om niet-handelsvoorwaarden, zoals het klimaatbeleid, aan andere landen op te dringen. Handelsverdragen moeten in de kern gaan over het wegnemen van handelsbarrières. Dat zorgt voor meer welvaart, banen, verkrijgbare producten en toegang tot grondstoffen. Dat is in het belang van Nederland, de EU en onze handelspartners. Bovendien versterkt het de geopolitieke invloed van Nederland als onze ondernemers makkelijker voet aan de grond krijgen in nieuwe markten. De EU heeft dus baat bij vrijhandel. Zowel met democratische partners als met landen waar wij politiek minder mee gemeen hebben. Wel moet er een gelijk speelveld zijn voor Europese ondernemingen in vergelijking met ondernemingen gevestigd in de andere Verdragsstaten. Wederkerigheid moet hierbij leidend zijn. Als bijvoorbeeld Europese ondernemingen alleen onder beperkingen toegang hebben tot China (bijvoorbeeld verplicht in een joint venture en verplichte kennisoverdracht), dienen Chinese ondernemingen op de Europese markt een zelfde behandeling te krijgen.
De trend in de wereld stevent steeds af op toenemend protectionisme van eigen markten. De daarop volgende fragmentatie is schadelijk. Zeker voor een open economie als Nederland. JA21 wil daarom onverminderd inzetten op vrijhandel. De gedachte dat vrijhandel niet alleen goed is voor onze welvaart, maar ook geopolitieke spanningen vermindert moet weer leidend worden in ons politiek denken. Dat betekent niet we naïef moeten zijn. Buitenlandse investeringen in onze vitale infrastructuur, zoals havens, vliegvelden, energie en telecom, moeten niet zomaar worden toegestaan. Internationale handel moet zoveel mogelijk plaatsvinden met het oog op een gelijk speelveld. Bij voorkeur via de Wereld Handelsorganisatie, indien nodig door bilaterale afspraken te maken. JA21 heeft daarin een pragmatische visie. Als wij zaken kunnen doen waarbij de gemeenschappelijke belangen worden versterkt, dan moet de EU daarop inzetten. Het Europese belang hierbij is naast het economische belang ook het geopolitieke belang. Europa dient een sterke economische en innovatieve regio te zijn en blijven maar ook zich te beschermen tegen te grote politieke macht en invloed van ondemocratische grootmachten.
JA21 wil
- Meer handels- en investeringsverdragen sluiten. Op handen zijnde verdragen zoals met Mercosur (Zuid-Amerika), Indonesië en Australië moeten zo snel mogelijk worden uit onderhandeld.
- Niet-handel gerelateerde voorwaarden, zoals klimaatbeleid en sociale- en culturele rechten horen niet thuis in vrijhandelsverdragen.
- Besloten internationale arbitrage vormt een bedreiging voor onze soevereiniteit. JA21 wil daarom geen investeerder-staatsarbitrage in vrijhandelsverdragen.
- Van handel met China profiteren onze ondernemers mits het voldoet aan de voorwaarden van een gelijk speelveld. In het door de EU onderhandelde investeringsverdrag (Comprehensive Agreement on Investment) werd door China ingestemd om de vereisten voor joint ventures, de gedwongen overdracht van technologieën, kapitaallimieten en invoer- en uitvoerbeperkingen grotendeels af te schaffen. JA21 wil daarom dat dit investeringsverdrag terug op de handelsagenda komt.
- JA21 wil de economische relaties met Taiwan verstevigen. Als belangrijke schakel in de wereldmarkt voor halfgeleiders is dat noodzakelijk. Daarom willen wij dat de EU start met onderhandelingen over een investeringsverdrag.
- De EU moet de relaties met het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland verbeteren. Landen die geen lid willen zijn van de EU moeten in hun soevereine keuzes worden gerespecteerd en niet worden gestraft. De EU dient zich welwillend en flexibel op te stellen om handel zo goed mogelijk te bevorderen.
- Ontwikkelingssamenwerking is beter af bij de lidstaten zelf. Het is goed dat er geen afzonderlijke Eurocommissaris voor Ontwikkelingssamenwerking meer is. Het Europees Parlement moet de parlementaire commissie voor ontwikkelingssamenwerking (DEVE) opheffen.
Ondernemers en bedrijven: Regeldruk omlaag
JA21 wil de toenemende regeldruk vanuit Brussel stoppen. In 2024 werden bedrijven wéér geconfronteerd met nieuwe regels vanuit de Europese Unie. Bij de nieuwe boekhoudregels voor duurzaamheid zegt 82 procent van onze bedrijven hier niet klaar voor te zijn. Dit is de zóveelste verstikkende wetgeving vanuit Brussel.
De afgelopen jaren overspoelde Brussel bedrijven met nieuwe, vaak groene, regelgeving. Ook in 2024 is dat voor ondernemers een hard gelag. Zo moeten zij een aparte ‘duurzaamheidsboekhouding’ gaan bijhouden. Vooral kleinere (familie)bedrijven ervaren die extra regeldruk vanuit de Europese Unie als verstikkend. Door toegenomen rapportageverplichtingen gaat kostbare ondernemerstijd verloren aan bureaucratisch papierwerk. Om nog maar te zwijgen over de bijkomende kosten door dergelijke regelgeving.
Europese bureaucraten lijken te vergeten dat niet zij, maar bedrijven en ondernemers welvaart creëren en banen scheppen. Bovendien berekent het bedrijfsleven hogere kosten altijd door aan de klant. Dit betekent dat de rekening van al deze regelgeving uit Brussel terechtkomt bij de burger, wiens koopkracht de laatste jaren toch al flink is uitgehold door de historisch hoge inflatie.
De regeldruk moet dus omlaag. Onze economie staat op het spel. Wij laten onze bedrijven niet verstikken. Ondernemers moeten weer de kans krijgen om te floreren.
JA21 wil
- Strenge handhaving van ‘one in, one out- Principe’. Als de Europese Commissie met nieuwe wet- en regelgeving komt, moet er voor iedere nieuwe wet eerst ook een uit.
- Een rem op de toenemende rapportageverplichtingen zoals klimaat, mensenrechten en arbeidsomstandigheden.
- Uitvoering van het voorstel van de Europese Commissie om 25 procent van de rapportageverplichtingen en administratieve lasten voor ondernemingen te schrappen.
- Iedere wet- en regelgeving moet gepaard gaan met een impactanalyse, competitiviteitscheck en consultatie met bedrijven in de getroffen sector(en).
- Zoveel mogelijk uitzonderingen in Europese wet- en regelgeving voor kleine bedrijven.